Roadtrip dwars door Zweden: en route terug naar huis

Na haar camperreis door Finland koos Tina voor een andere route terug naar huis: via Zweden. En dat bleek een geweldige afsluiter van de reis. Zweden verrast met rust en ruimte, maar ook met knusse dorpjes, uitgestrekte bossen en meren die uitnodigen om net een nachtje langer te blijven kamperen. Onderweg ontdekte Tina hoe makkelijk je met de camper dit land doorkruist. In dit artikel lees je stap voor stap welke route ze reed, waar je goed kunt overnachten én hoe je het meeste uit je terugreis door Zweden haalt.

 

Uitgestippelde route van noord naar zuid door Zweden

Vanuit Kittilä ging ik voor het koude weer uit weer naar huis. Via Zweden. Dat waren nog heel wat kilometers te gaan en in één keer doorrijden is natuurlijk ook wel zonde als je eenmaal zover gekomen bent. Dus toch een beetje rondgekeken.

 

Wat ik niet wist, was dat de grens tussen Zweden en Finland een grote rivier is en dat er maar een paar bruggen zijn. Mijn navigatie adviseerde de brug bij Kolari te nemen en ik had geen enkele reden hem tegen te spreken. Aan de andere kant van de rivier aangekomen was het natuurlijk een beetje meer van hetzelfde: bomen en meren en nog wat meer bomen en hier en daar een rendier. Opvallend is dat de plaatsnamen hier nog steeds Fins (of is het Laps?) zijn en eindigen in Niemi, Järvi of Joki. Zo overnachtte ik op de oever van de Linkkajoki. Pas na Gällivare verandert dat.

 

Linkkajoki: zo’n typisch prachtig Scandinavisch plekje aan het water dat ik noch op Campercontact, noch op Park4Night terug kan vinden.

stromende rivier in Noord-Zweden

Jokkmokk

Wat Rovaniemi is voor Finland, is Jokkmokk voor Zweden: Sami-hoofdstad. In Jokkmokk is een ontzettend uitgebreid en simpelweg goed museum. Alles wat je ooit had willen weten over de Sami en Lapland komt ter sprake: verleden, heden (rendieren bijeen drijven per sneeuwscooter), manieren van overleven, inkomsten vergaren, verhouding met de Zweden (niet altijd al te best), kleding, sieraden, etc. etc. Maar ook Lapland zelf: het land, het water, het ijs, de dieren, de vogels. Grappig is dat zij de kaart omdraaien en dus vanaf de noordpool zuidwaarts kijken zodat je heel Lapland goed in beeld krijgt. Ik heb daar onder andere geleerd dat de poolvos met uitsterven bedreigd wordt, maar dat er zo keihard gewerkt wordt dat te voorkomen, dat de eerste resultaten – meer poolvossen – al merkbaar zijn. In het centrum van Jokkmokk zijn een paar erg leuke winkels met souvenirs en Sami-kunst. Gewoonlijk is er ook regelmatig een grote Sami-markt, maar in verband met corona was dat er helaas niet.

 

Even voorbij Jokkmokk stak ik de Poolcirkel weer over, nu in zuidelijke richting.

 

Jokkmokk: Campercontact site nummer: 46499. Uitstekende camping, goed gelegen, prima faciliteiten.
Moskosel: weer zo’n mooie overnachtingsplek die ik noch op Campercontact, noch op Park4Night terug kan vinden.
Storuman: Park4Night site nummer 128450: prachtig plekje op een schiereilandje buiten het dorp.

 

De Wildernisroute

Bij Vilhelmina sloeg ik rechtsaf. Daar begon de Vildmarksvägen, de Wildernisroute, het was maar zo’n 250 kilometer om, dus op de afstanden die ik deze reis rijd, moet dat kunnen. In Vilhelmina ging ik eerst naar de VVV in de hoop dat ze daar een routebeschrijving hadden. Die hadden ze, ze hadden er een mooie folder van gemaakt, compleet met routekaartje. Het leek echt spannend te worden, want ze hadden er heel groot opgezet dat ik misschien niet altijd bereik met de telefoon zou hebben. Dat is echt ‘into the wild’!

 

Gelukkig bleek de Vildmarksvägen een goed geasfalteerde tweebaansweg te zijn, met iedere paar kilometer een stopplaats, grofweg iedere vijftien kilometer een picknickplaats en iedere vijftig kilometer een benzinestation. En bordjes die aangaven waar je een leuke wandeling kon maken, waar je IJslandse pony’s kon huren, of, in een ander seizoen, sneeuwscooters of een husky-slee.

 

Ik mocht dan wel net voor de winter uit rijden, ik had daardoor wel het geluk de Wildernisroute in maximale herfstkleuren te zien. Het is werkelijk een prachtige route voor iedereen: camperaars en automobilisten kunnen heel veel vanuit de auto zien, maar ook mensen die houden van lange wandelingen kunnen hier hun hart ophalen. Midden in de zomer kan je er prachtig raften en kanoën en in de winter langlaufen, sneeuwscooter rijden etc. Maar ja, dan heb je niet die prachtige herfstkleuren die ik had.

 

Een beetje van de weg af bezocht ik het Sami-dorp Fatmomakke. Dit is een kerkdorp, een Kyrkstad. De nomadische Sami waren vroeger verplicht iedere zondagochtend in de kerk te zijn. Dat is lastig voor nomaden en daarom bouwden ze rond de kerk wat huisjes waar ze zaterdagavond al aan konden komen. In Fatmomakke werd in 1904 de eerste Sami Associatie opgericht die de sociale, economische en politieke belangen van de Sami ging behartigt. In de zomer is Fatmomakke grotendeels onbewoond omdat de Sami dan in het noorden zijn. Het oogt een beetje als een openlucht museum en ik kan niet beoordelen in hoeverre dat ook zo is. Verderop langs de Wildernisroute ligt nog een Sami Kyrkstad, Ankarede, maar dit dorp oogt moderner en minder traditioneel dan Fatmomakke.

 

Het hoogste punt van de route is het Stekenjokk: een plateau op de bergen. Voor velen is het niet alleen het hoogste punt van de route, maar ook het hoogtepunt. Toen ik daar aan kwam zat het helaas in de mist en was het koud.

 

Tijdens mijn laatste nacht op de Vildmarksvägen sloeg het weer om: het begon heel hard te waaien. ’s Ochtends was het opeens zo’n tien graden kouder en de prachtige herfstglans was van de bomen af. Die avond las ik dat het in de loop van de ochtend was gaan sneeuwen…

 

Hoog tijd om zuidwaarts te gaan en ik draaide Lily de Inlandvägen op.

 

Vilhelmina/Lövliden: Park4Night site nummer 81089: een prachtig gelegen camping aan het begin, of eind, van de Wildernisroute.

Fatmomakke: Park4Night site nummer: 185337. Een camperplaats waarvan de opbrengst ten goede komt aan het dorp.

Stora Blasjön: Park4Night site nummer: 179823. Een prima plek om een nachtje te staan, niks meer, niks minder.

Gubbhögen: Campercontact site 19528: wederom een prachtige plek aan het water.

Kolgardens camping bij Vilhelmina
landschap van de wildernisroute
rivier bij de wildernisroute
huisjes langs wildernisroute bij Fatmomakke
herfstkleuren langs de wildernisroute Zweden

Mora

Aan het einde van de Wildernisroute zat ik letterlijk een uur voor de eerste sneeuwbuien van het seizoen. Ik heb dan wel all seasons banden onder de camper, sneeuw en vrieskou heb ik eigenlijk nooit zin in. Ik reed de Inlandvägen op, de weg die verticaal door het midden van Zweden loopt en reed zuidwaarts, het betere weer tegemoet.

 

Ik reed en ik reed. Wat is Zweden groot! Ik reed langs leuke kerkjes, mooie huizen en steeds gezelliger wordende dorpjes en stadjes. Na twee dagen rijden stopte ik voor een dag pauze in Mora. De zon scheen en met een heel dik vest aan kon ik zelfs op een terrasje zitten. Mora bleek namelijk een bruisend stadje te zijn tussen twee meren met winkels met etalages, terrasjes, gesloten souvenirwinkeltjes en heel veel beelden.

 

Mora: Campercontact site nummer: 81706. Camping Mora was vol met introductieweken van scholen. Camping Åmåsängsården was een uitstekende tweede keus. Iets verder uit de stad, maar met prima faciliteiten.

Rechtstreeks naar het zuiden

Direct uit Mora ging ik eerst nog even langs Nusnäs, dat aan de overkant van het meer ligt, omdat ik een sticker van zo’n Dalarna paard wilde hebben voor op Lily’s achterkant. Maar daarna was het aansluiten op de Inlandvägen. Uren en uren en zelfs dagen rijden, vaak door de regen, altijd bewolkt,  heel veel wegopbrekingen en heel veel bomen. Meestal tweebaans, soms een klein stukje driebaans, maar al snel weer tweebaans. Gelukkig ging ik even voor Jönköping de snelweg op en toen kon ik eindelijk kilometers maken.

 

Er is ongetwijfeld heel veel te zien en te doen onderweg, maar ik begon een beetje haast te krijgen. Deze hele reis was naar Finland en ik zou alleen maar snel terugrijden via Zweden. Dat was al wat langer geworden dan gepland en Lily de Camper moest binnenkort op voor haar APK.

 

Het meest uitzonderlijke dat ik meegemaakt heb was in Mullsjö, daar ging ik even de weg af om koffie te drinken en iets te eten. Bleek dat het een chauffeursrestaurant was met daarnaast een hele drukke supermarkt – dacht ik. Handig. Nadat ik m’n koffie en een broodje ophad, ging ik naar de supermarkt. Het was geen supermarkt. Het was een soort outlet met alleen maar snoep. Heel veel snoep. Okee, in een hoek ook frisdrank en in een heel klein hoekje de volstrekt logische combinatie toiletpapier en hondenvoer, maar verder was er alleen maar snoep. Dropjes gekocht.

 

Inmiddels had ik wel gewonnen van de nachtvorst en hoefde ik me geen zorgen meer te maken of ik nog wel genoeg gas had en of ik mijn schoon water niet kwijt raakte in de vorstbeveiliging.

Dalarna paard, beeld in Mora
een overnachtingsplaats onderweg in Zweden

Ystad

Ik weet niet precies waarom, maar ik wilde naar Ystad. Waarschijnlijk heb ik daar ooit een foto van gezien, anderen zeggen dat het door de detective Wallander komt, maar dat heb ik nog nooit gezien. In ieder geval: ik wilde naar Ystad. Oorspronkelijk had ik bedacht dat ik van hieruit de boot naar Rügen of Bornholm zou nemen, maar dat was voordat ik wist hoe ontzettend groot Finland en Zweden zijn. De tijd was aan het opraken.

 

Ik kwam op een verkeerd moment aan in Ystad: het was zwaar bewolkt en alles was aan het sluiten voor het weekend. Echt alles. Op het laatste terrasje dat nog open was dronk ik een snel kopje koffie en liep vervolgens wat rond. Ik denk dat Ystad met een zonnetje en op een andere dag erg leuk en levendig is. Het heeft een gezellig ogend centrum met een verbazingwekkend mengsel aan bouwstijlen. Ik zag Noord Duitse baksteengotiek, dezelfde soort arbeidershuisjes als in Ribe (Denemarken), Jugendstil, vakwerkhuizen, Hanzestadgeveltjes, stadsboerderijen, van alles door elkaar. Maar vooral heel erg niet-Zweeds. Dat was me toch al opgevallen, de laatste ongeveer vijftig kilometer zag ik eigenlijk geen houten huizen meer, maar alleen maar huizen en boerderijen van steen. Het zag meer Duits uit dan Zweeds. De camperplaats die ik van te voren had uitgezocht was gesloten omdat daar inmiddels de boten voor de winter op de wal stonden. Gelukkig was er een alternatief en dat was een minstens zo mooie camperplaats met uitzicht over zee.

 

Ystad: Campercontact site nummer: 14725. Een prima gratis camperplaats zonder voorzieningen.

gekleurde huisjes van Ystad

Denemarken

Omdat ik op de heenweg de boot had genomen, nam ik nu de brug naar Denemarken. Oei, wat is die duur wanneer je daar met een camper overheen gaat! Ik had voor Denemarken één stop gepland, in Stevns Klint, omdat daar van die mooie kliffen zijn. Bovenop het klif staat een heel oud en heel mooi kerkje. Een klein kerkje, want het voorste gedeelte viel op 16 maart 1928 in zee. Daarom functioneert het kerkje niet meer als kerk en hebben ze honderd meter verderop een nieuw kerkje gebouwd. De volgende dag dronk ik in een warm zonnetje koffie in Rødvig. Daar had je nog uitzicht op een ander stukje klif. Ik bedacht wel dat ik misschien eens een zomer naar Denemarken moet gaan: ik vond het er leuk. Een aangename combinatie van Scandinavische beschaving en toch wat gezelligheid. Het is wel erg keurig aangeharkt, dat wel.

 

Stevns Klint: Park4Night site nummer: 60063. Achterop de parkeerplaats zijn plaatsen gereserveerd voor campers. Niks bijzonders, maar precies waar je wil zijn.

Sittensen: Campercontact site nummer: 57553. Prima overnachtingsplek op weg naar huis.

Kustlijn van Stevns Klint

Ik ging weer met de boot naar Puttgarden. Eén dure brug is wel genoeg. En toen was ik weer in Duitsland. Ik overnachtte nog één keer in Duitsland omdat het druk was op de weg en omdat ik graag de boodschappen doe in Duitsland. Daarna was ik weer terug in Nederland om Lily even goed schoon te maken voor de grote onderhoudsbeurt en de APK.