Met de camper naar Polen

Waarom Polen?

Op een gegeven moment reed ik door de Poolse variant van de Betuwe. Maar dan honderd keer zo groot. Eindeloze boomgaarden met fruitbomen en iedere zoveel kilometer een verzamelbedrijf voor fruit en een paar grote, hele grote fruitverwerkingsbedrijven. Heerlijke fruitdranken, jammen, chutneys en andere fruitproducten komen hier vandaan. Er zijn een aantal, nog kleine ciderproducenten en hier en daar experimenteert Polen met wijnbouw. Het gaat zo te zien goed met de Poolse fruittelers, want er staan veel grote nieuwe huizen en het hele gebied ziet er goed uit. En de appelsap is ook lekker, erg lekker zelfs. Vooral de Tymbark appel met munt variant.

Al rijdende bedacht ik dat ik maar eens zou beginnen met een positief verhaal over Polen. Ook ik reed met wat vooroordelen Polen in en die heb ik een voor een moeten laten varen: Polen blijkt een grote en prettige verrassing te zijn. Mijn hele beeld van Polen ligt overhoop en ik kan alleen maar zeggen: ga erheen. Het is nu nog relatief rustig met toeristen, maar dat gaat héél snel veranderen. Nu al kan je in steden als Gdansk, Krakau en Warschau over de Chinese, Amerikaanse en Indiase hoofden lopen en dat gaat alleen maar erger worden, want Polen is een heel leuk, mooi en superpositief land.

Economie

Er ligt een hele stevige brede basis, waar heel hard aan gewerkt wordt. Overal zie je mensen aan het bouwen aan hun huis. Overal wordt de infrastructuur verbeterd. Overal schieten niet alleen internationale bedrijven, maar ook kleine lokale bedrijven uit de grond. Al rijdende door Polen zie je het land groeien. Inmiddels komen er flink wat Polen terug uit West-Europa (momenteel vooral uit Engeland) die met hun gespaarde euro’s en ponden een bedrijf beginnen. Dat ben ik te weten gekomen omdat ik regelmatig opeens verrast wordt door een Pool die Nederlands

Polen zit expres niet in de eurozone en dat is eigenlijk heel slim. Daardoor heeft het land geen last van economische problemen van omliggende landen en had het ook geen last van de crisis, maar bouwde het in die jaren rustig en gestaag door. Maar ook: daardoor kan Polen het eigen prijsniveau bepalen waardoor de Polen in het westen in korte tijd aardig wat euro’s kunnen sparen en daar in Polen een bedrijf mee beginnen of huizen opknappen.

Polen blaakt van het zelfvertrouwen. Het land werkt keihard aan de eigen toekomst en als ik op Google Maps kijk, de satellietversie, dan begin ik soms gewoon te giechelen: van veel steden is de satelliet versie heel anders dan de werkelijkheid. Braakliggende stukjes land zijn inmiddels in gebruik, er lopen nieuwe wegen, wijken met oostblokwoonkazernes zijn inmiddels verdwenen. In Polen zie je trouwens nauwelijks niet-opgeknapte woonkazernes: ze zijn of weg, of ze zijn opgeknapt, maar oorspronkelijke zie je weinig meer.

Ik had niet verwacht dat Polen zo’n gelijkmatig welvarend land zou zijn. Omdat er zoveel Polen in Nederland werken, had ik armoede verwacht: ik heb geen armoede gezien. Ik had norsheid en hardheid verwacht. Niets van dat alles. Ik had alcoholisme verwacht. Niks van gezien. Natuurlijk, in steden zie je weleens een dronken dakloze op een bankje liggen, maar dat zie je overal wel. Het land wordt ook goed onderhouden: alles is schoon, opgeruimd, er ligt geen zwerfafval en alles wordt gewoon goed bijgehouden.

Cultuur

Wat ik heel leuk vind aan Polen is de enorme belangstelling van de Polen voor het eigen land, de eigen geschiedenis, eigen cultuur, het eigen erfgoed. Waar je ook komt, het stikt er van de Poolse families die er komen kijken. Ze volgen wandelingen met een gids, gaan naar musea, wandelen in de bossen en natuurparken, ze zijn overal. Wil je naar een bekende bestemming, dan moet je dat niet op zondag doen, want dan is het stervensdruk, niet met toeristen, maar met Polen. Polen kunnen je dus ook precies vertellen waar het mooi of leuk is, want ze zijn er geweest. En ze vertellen het je graag. Ik heb niet anders ervaren dan dat Polen het leuk vinden dat ik hun land kom bekijken. Ze snappen dat ik geen Pools spreek en doen hun uiterste best met me te communiceren, desnoods met een vertaal-appje, maar soms ook wordt er een kind van straat geplukt dat Engels op school heeft, of wordt Oma erbij gehaald die nog wat Duits spreekt. Maar iedereen is positief.

Praktische informatie over Polen

Polen is de grootste verrassing van mijn reizen tot nu toe. Mooi, interessant en heel aardige mensen die het leuk vinden dat je naar hun land komt kijken. Kan je er met de camper heen? Jazeker! Heel goed zelfs.

Wegen

De doorgaande wegen in Polen zijn prima. Als een weg aanvoelt alsof hij voldoet aan de specificaties van Rijkswaterstaat dan is dat waarschijnlijk ook zo. Veel van de EU-aanbestedingen voor het opknappen van de wegen in Polen zijn gewonnen door Nederlandse bedrijven en dat is te zien. Dezelfde breedte, dezelfde belijning, hetzelfde type asfalt en soms zelfs mét een rood fietspad ernaast. Polen werkt nog steeds hard aan de wegen. Er liggen nu voornamelijk tweebaanswegen, maar er worden vierbaans snelwegen aangelegd. Het gaat hard.

Ga je van de gewone wegen af naar een afgelegen dorpje, dat kerktorentje in de verte of een camperplaats aan een riviertje, dan kan het minder zijn. Vaak kom je dan op onverharde wegen en maak je kennis met het concept ‘wasbordweg’. Deze zijn op zich prima te rijden, maar als je kastjes niet goed sluiten, ligt de inhoud na honderd meter op de grond. Terug naar de tweede versnelling. In de centra van dorpjes en steden liggen vaak nog kinderkopjes, dit lijkt expres te zijn omdat je vanzelf langzaam moet rijden.

Wat betreft verkeersregels en verkeersborden ben ik geen echt onduidelijke situaties tegengekomen.

Rijden

De wegen zijn goed, maar dat betekent dat de Polen hard rijden. Ze halen ook graag in, te pas, maar zeker ook te onpas. Dat is soms even schrikken en het verdient aanbeveling om vaak in je spiegels te kijken of er iemand achter je rijdt. Polen heeft een inhaalsysteem wat wij niet gewend zijn. Veel wegen hebben een soort vluchtstrook. Is de lijn tussen de rijbaan en de vluchtstrook onderbroken, dan verwachten Polen dat je als langzamer rijdend verkeer half op die vluchtstrook gaat rijden. Zo ontstaat er in het midden een extra rijbaan. Kijk even de kat uit de boom hoe zij dat doen en let er op dat de vluchtstrook ook gebruikt wordt door fietsers, voetgangers en geparkeerde auto’s.

Snelheid

De officiële maximumsnelheid op de tweebaanswegen is 90 km/uur, maar kom je bij een dorp, een bushalte of een voetgangersoversteekplaats dan wordt het al snel 70 of 60 en soms zelfs 40. Bij een bordje bebouwde kom staat geen bordje 50 km/uur, maar het is wel de bedoeling dat je daar 50 gaat rijden. Regelmatig staat er vrij snel na zo’n bord een flitser, maar als het goed is geeft je navigatie dat keurig aan. Wanneer je weer 90 km/uur mag staat meestal niet aangegeven, maar je navigatie weet dat.

Tol

Campers onder de 3,5 ton hoeven in Polen geen tol te betalen, campers die zwaarder zijn wel. Deze campers worden geacht een transponder te lenen die automatisch de tol verrekent. De ANWB heeft hier alle informatie over verzameld: https://www.anwb.nl/vakantie/polen/informatie/tol.

Ik ben één keer op een snelweg tol tegen gekomen en dat ging volgens het Franse systeem: eerst een kaartje trekken uit de automaat en bij het verlaten van de tolweg betalen.

Overnachtingsplaatsen

Er zijn verschillende soorten plaatsen waar je kan overnachten. Gewone camperplaatsen van wisselende kwaliteit zoals we die overal zien, maar ook superdeluxe camperplaatsen die aangelegd zijn met EU-subsidie om het toerisme bij een stad of dorp een duwtje in de rug te geven. De ligging van deze camperplaatsen is ideaal en alle voorzieningen zijn aanwezig, inclusief goed werkende WiFi en wasmachines. Wel moet het groen vaak nog een beetje groeien.

We weten allemaal dat Polen twee rechterhanden hebben en als camperaars vinden we dat terug op de agroturystyke. Een boer bouwt in de stal wat toiletten en een douche, trekt de elektriciteitskabel door naar een stroomkast in de wei en zet een bord aan de weg: een boerencamping. Ik heb er diverse uitgeprobeerd en ze waren eigenlijk allemaal prima te doen. Niet luxe, maar wel prachtig gelegen en meestal verse eieren en fruit.

Ook in de Oostbloktijd kampeerden de Polen graag: er zijn veel campings. De kwaliteit wisselt: sommige zijn nog in oorspronkelijke staat en andere hebben een flinke opknapbeurt gehad. Met name het sanitair van sommige oude campings laat te wensen over. Raadpleeg de Campercontact.nl app en daar staat in de beoordelingen precies welke goed zijn. De allerslechtsten staan niet eens op de app vermeld.

Taal

Maak je geen illusies over de taal: je verstaat er geen woord van. Het leuke is dat geen enkele Pool verwacht dat je Pools spreekt en vrijwel iedereen moeite doet om toch te communiceren. Zoals ik al zei: ik heb meegemaakt dat er een kind van straat wordt geplukt dat Engels op school leert of dat Oma erbij wordt gehaald omdat die nog wat Duits spreekt. Ik heb ook een conversatie gevoerd via Google Translate en iedereen is heel behendig met handen en voeten taal. Het lukt wel. Gewoon proberen en met een grote glimlach een winkel instappen.

Geld

In Polen moeten wij euro’s omwisselen in zloty’s. Dat kan bij Wechselstuben en bij de geldautomaat. Wechselstuben wisselen alleen contant tegen contant en zij bepalen de wisselkoers die niet erg voordelig is. Beter is het om bij een bank geld uit de muur te halen. Let op: bij het wisselen van geld heb je te maken met provisie en met de wisselkoers. Het toeval wil dat Nederlandse banken daar heel reëel in zijn, terwijl Poolse banken daar maximale winst uit proberen te halen. Daarom wil je dat het geld door je eigen bank wordt omgerekend. Praat de geldautomaat Engels, dan vraagt hij: with or without conversion. Dan wil je dus without conversion. Goed opletten, want soms staat er heel klein de mogelijkheid om het pas in Nederland om te laten rekenen en heel groot om het in Polen te doen. Dit kan op € 100 makkelijk € 7 of € 8 schelen! Hetzelfde geldt bij het pinnen bij benzinestations: dan vraagt de pinautomaat zloty of euro en dan kies je voor zloty. Je eigen bank rekent het dan wel om tegen een voordeligere wisselkoers.

Prijsniveau

Overnachtingsplaatsen kosten gemiddeld zo’n € 12 incl. stroom, diesel is vrijwel net zo duur als in Duitsland, maar boodschappen en uit eten gaan is heel goedkoop.

Boodschappen

In vrijwel alle dorpen en steden van enige omvang zit een internationale supermarkt als Lidl, Tesco, Intermarché of Carrefour. De Poolse variant is de Biedronka wat ook een uitstekende supermarkt is. Daarnaast zie je overal ‘Sklep’, wat winkel betekent en dat zijn ouderwetse buurtwinkeltjes. Leuk om af en toe in te gaan. Ze hebben altijd veel meer dan je denkt, het probleem is dat de mevrouw achter de toonbank alleen Pools praat, dus soms is het lastig om uit te leggen wat je zoekt.

Veiligheid

Ik ben als vrouw-alleen geen onveilige situaties tegengekomen, anders dan het rare inhaalsysteem op de wegen en een keer een familie Roma die zoals overal volgens een systeem te werk gingen.

Met de camper naar Polen: uitgestippelde route

Na een paar weken door Noordoost Duitsland te zijn getoerd, stak ik bij Swinemünde de grens over naar Polen. Best wel stoer vond ik zelf, maar het viel me alles mee. Voor de zekerheid had ik mijn eerste camperplaats al uitgezocht. Zo’n vijftig kilometer over de grens, maar belangrijker: beheerd door een Duitser zodat ik eventuele vragen in het Duits kon stellen. Dat bleek helemaal niet nodig te zijn.

Wolin

Voor wie ook bij Swinemünde de grens oversteekt: ik was best wel zenuwachtig omdat je even later met een pont moet en ik nog geen Pools geld had. Die veerboot bleek gratis. Zo kon ik in mijn eerste Poolse stad, Wolin, bij de bank mijn eerste zloty’s halen. Wolin bleek een leuk stadje te zijn, met een openluchtmuseum van een Vikingdorp omdat ze lang geleden door de Denen veroverd zijn geweest. Maar daarna ging ik even kilometers maken om dieper in Polen te komen.

Ik heb de Oostzeekust van Polen overgeslagen ondanks alle berichten dat het echt heel mooi is. Ik had op Rügen al flink genoten van de zee en het was inmiddels hoogzomer: in de zomer gaan alle Polen naar de kust en daar komen nog heel veel Duitsers bij die daarheen gaan omdat het goedkoper is dan hun eigen Oostzeekust. Ik hoorde van andere camperaars dat het er enorm druk was, dus ik besloot het binnenland in te rijden.

Camping Wolin: Familie Lafrentz, Campercontact.nl site 21004. Een heerlijke plek aan een meertje net over de grens.

Ciechocinek

Ik wilde naar Torún want ik had begrepen dat dat een prachtige stad was. Ik zag op internet dat Torún zelf geen echte camperplaats heeft, alleen een parkeerplaats waar je kan overnachten, maar dat er even zuidelijker een stadje was met een uitstekende nieuwe camperplaats: Ciechocinek. Helemaal niet gepland, bleef ik een paar dagen in Ciechocinek want ik vond het een fascinerende stad. Het is een druk bezocht kuuroord met veel parken, oude sanatoriums, terrasjes met live muziek, maar ook met een ‘gradierwerk’: een enorm bouwwerk, van hout, hoog, honderden meters lang, bedekt met stro en takken. Een soort middeleeuwse muur. Ik liep langs de muur en aan het eind gekomen zag ik dat er nóg twee waren! De Polen zaten er op bankjes naar te kijken alsof er wonderen van te verwachten zijn. ’s Avonds dook ik het internet op om te kijken wat ik nou eigenlijk gezien had. Het blijkt dat er langs de muren zout water naar beneden stroomt wat in de lucht verdampt waardoor je als het ware zilte lucht met allerlei mineralen inademt en dat is heel goed voor de longen. Voor mensen met longproblemen verrichten de muren inderdaad wonderen.

Camping Ciechocinek, Campercontact.nl site 22655 Een praktische, efficiënte camping op loopafstand van het dorp.

Torun

Na Ciechocinek reed ik alsnog naar Torún en bezocht de inderdaad prachtige binnenstad. Torún is een grote stad met meer dan tweehonderdduizend inwoners en een ommuurd, gerestaureerd centrum dat veel toeristen trekt. Het is er druk, maar het is zeker een stad die je ooit in je leven gezien moet hebben. Veel gebouwen zijn in de bouwstijl baksteengotiek en het is de stad waar Copernicus vandaan komt. Zijn huis is nu een museum en dat is echt de moeite van een bezoekje waard.

Grudziadz

Lily de Camper had ik op de bewaakte parkeerplaats gezet waar je ook mag overnachten, maar ik besloot ter plekke dat toch niet te doen. Het kan hoor, maar ik reed liever door naar Grudziadz waar een prachtige camperplaats aan de rivier Wisla is. Grudziadz is een veel kleinere stad dan Torun, maar eigenlijk vond ik het nog veel mooier vanwege de prachtige muurhuizen. Het is veel minder bekend dan Torun en dus waren ook minder toeristen. Vandaar waarschijnlijk dat er met EU-steun een prachtig camperplaatsje aan de rivier is aangelegd, op loopafstand van de binnenstad.

Grudziads, Marina Portowa, Campercontact.nl site 50574 Dit is een perfecte, kleine camperplaats aan de rivier, vlakbij de oude binnenstad.

Kazimierz Dolny

Zuid Polen is weer heel anders dan Noord Polen. Aan de zuidrand van het land liggen onder andere het Tatra en het Reuzengebergte en daar naartoe wordt het landschap steeds glooiender. Het is er in de zomer wat warmer dan in het noorden en met het heerlijke weer van deze zomer waande ik me opeens veel zuidelijker streken.

Aan de rivier de Wisla/Vistula ligt Kazimierz Dolny. Ik had er nooit van gehoord, maar het is wereldberoemd bij de Polen zelf. Het was er ongelooflijk druk toen ik er op een zondag aankwam en ik besloot dus op maandag, toen de Polen weer weg waren, het stadje te gaan bekijken. Het is een schattig klein plaatsje op een heel mooi plekje aan de rivier. In de 15e en 16e eeuw was het een heel belangrijke handelsstad of overslagplaats van voornamelijk graan. Op een gegeven moment hield dat op. Kennelijk nogal abrupt, want het stadje groeide niet, werd niet kleiner, niks. Het bleef exact zoals het in z’n hoogtijdagen was en zo is het nu nog steeds. Al in de 19e eeuw werd het herontdekt als mooi, zowel door kunstenaars als door toeristen.

Kazimierz Dolny is een fijne ansichtkaart: een mooi plein met waterbron, een kasteelruïne op de berg, heel veel kerken, twee kloosters, 16e eeuwse pakhuizen langs de rivier, heel veel restaurantjes, heel veel kraampjes met koelkastmagneetjes en replica’s van oude schepen in de rivier. Een aantal van de cafeetjes achter de terrasjes zagen er overigens uit alsof ze in de winter erg gezellige literaire en artiesten cafés zouden kunnen zijn, wat in principe overeenkomt met de reputatie van kunstenaarsstadje.

In Kazimierz Dolny stond ik in de boomgaard van Grzegorz Pielak, sitenummer 41091 op de campercontact app. Typisch zo’n locatie waar iemand handig heeft ingespeeld op het opbloeiende toerisme en de opkomst van de camper. Alle faciliteiten zijn gebouwd in de voormalige boerenschuur en je staat onder de appelbomen. De camperplaats ligt op loopafstand van het centrum van het stadje.

Sandomierz

Het eerste wat ik zag op het marktplein van Sandomierz waren elektrische nep-klassieke auto’s die bij wijze van taxi de toeristen van de parkeerplaatsen beneden naar boven brengen en van de ene bezienswaardigheid naar de andere. Er is namelijk best veel te zien in Sandomierz maar voor alles moet je heuvel op en heuvel af. Behalve het bijna Spaans aandoende marktplein met het stadhuis in het midden, zijn er ook een kasteel, een kathedraal en een klooster. Dat klooster is begonnen met het maken van wijn. Ze produceren nog niet echt veel flessen, maar het begin is er.

De geschiedenis van Sandomierz is, zoals zo vaak in Polen, verbijsterend: eeuwenlang was het een grote, welvarende stad, een van de belangrijkste steden van het oude Polen. Sandomierz was dus superaantrekkelijk voor onder andere Mongolen, Tartaren, Litouwers, Zweden en Oostenrijkers die allemaal, de een met meer succes dan de ander, de stad probeerden te veroveren. Na de Eerste Wereldoorlog was het de bedoeling dat Sandomierz een hele grote stad, een echte regionale hoofdstad, zou worden. Dat plannetje mislukte door de Tweede Wereldoorlog en daarom is het nu nog steeds een betrekkelijk kleine, maar supermooie stad.

In Sandomierz stond ik op camping Browarny, campercontact sitenummer 12005. Je staat vrijwel naast het marktplein, maar het is wel een flinke klim naar boven.

Cider en wijn

Sandomierz ligt midden in de fruitteeltregio van Polen en diverse winkels verkopen producten uit de regio. Toen ik er was stond er op het marktplein een kraampje met regionale cider. Toegegeven, ze moet nog een beetje langer oefenen met cider maken, maar ik verwacht dat we over een paar jaar Poolse cider in de supermarkt kunnen kopen. Tymbark vruchtensappen koop je overal in Polen en zijn heerlijk, maar hier ontdek je ook kleine regionale merken. Je rijdt langs kilometerslange rijen met appelbomen en andere fruitbomen. Jammer genoeg hebben ze nog niet in de gaten dat ook dit toeristisch interessant kan zijn, want er zijn (nog) geen proeverijen en buiten de stadjes, geen restaurants en terrasjes. Komt vast wel!

Nieuw in het landschap zijn de beginnende wijnboeren. Een wijngaard heet in het Pools ‘winnica’. Kom je zo’n bordje tegen, afslaan en gaan wijnproeven! Vaak kan dat. Of tik op Google Maps ‘winnica’ in, dan kan je ook precies zien waar ze zitten en welke proeverijen hebben.

Krakau

Krakau wilde ik absoluut zien. Ik had Gdansk en Warschau al overgeslagen en ik moest toch één van de drie belangrijkste Poolse steden bezoeken. Krakau is nog veel mooier en vooral ook leuker dan ik had verwacht. Echt een stad die je ooit gezien moet hebben. Een mooie binnenstad en de voormalige Joodse wijk, Kazimierz, is een ontzettend gezellige uitgaanswijk. Ik ga terug naar Krakau, maar dan niet met de camper. De dichtstbijzijnde camperplaats is toch een paar kilometer buiten het centrum en dan blijf je niet zo makkelijk na het eten nog even hangen in de stad. Het lijkt me dat Krakau juist een stad is die ’s avonds helemaal tot leven komt. Ik ga dus terug, maar dan een weekendtrip en een centraal gelegen hotel – midden in de wijk Kazimierz.

Camping: In Krakau overnachtte ik op een camperplaats zoals we die in het westen kennen: een prima veldje met wat basisvoorzieningen op het bewaakte terrein van een camperdealer, sitecode: 14672. Van hieruit was het een paar kilometer fietsen naar het centrum van de stad.

Wieliczka zoutmijnen

Als je in het rond vraagt wat je in de buurt van Krakau gezien moet hebben, krijg je twee antwoorden: Auschwitz en de zoutmijnen. Auschwitz sloeg ik over. Ik heb al genoeg concentratiekampen gezien, ik hoef niet meer. Maar het blijft natuurlijk een indrukwekkende plek om te bezoeken. Trek er een rustige dag voor uit, zodat je ‘s avonds een beetje bij kan komen.

Ik toog naar de zoutmijnen van Wieliczka. En met mij enige duizenden anderen. Ik twijfel er nog steeds aan of het nou de moeite waard was of niet. Bijzonder was het in ieder geval wel en dat is reden genoeg om wel te gaan. Deze mijnen zijn erg vercommercialiseerd voor het toerisme. Het leven in de mijnen wordt weergegeven met beelden en poppen, inclusief Efteling-achtige dwergen. Helemaal onderin, op vierhonderd meter diepte, zit een gigantische kerk, maar ook een restaurant en souvenirwinkeltjes. Het positieve: de grootte van de ruimtes, de hardheid van het ‘zoutsteen’, de prachtige kandelaars gemaakt van zout. Het negatieve: de enorme drukte, de hoge prijs, dat je onderin, wanneer je geen kant op kan, nog eens extra moet betalen om foto’s te mogen maken en het hoge pretparkgehalte.

Arendsnestroute

Een absoluut hoogtepunt in Polen vond ik de Arendsnestroute: tussen Krakau en Czestochowa liggen maar liefst 26 kastelen en ruïnes. De Poolse VVV heeft hierlangs een route uitgezet en noemt dat de Arendsnestroute omdat de kastelen allemaal op bergen liggen. Bij het Pools Verkeersbureau is een uitgebreide routebeschrijving aan te vragen. Ik had die niet en reed vanuit Krakau naar het dichtstbijzijnde kasteel en pakte vandaar de route op. Dat eerste kasteel lag bij Ojców, een klein dorpje van waaruit wandeltochten en rotsklimtochten starten. Ojców ligt namelijk in het meer dan prachtige Ojcowski Park Narodowy wat op zich al een hele vakantie waard is. Rotsen, bergen, bossen, beekjes, mooier krijg je het niet! Het tweede kasteel dat ik vond was Pieskowa Skala, een joekel van een kasteel in ook weer een prachtige omgeving. 26 kastelen vond ik wat veel, maar ik heb er toch wel zo’n tien gezien.

Overnachten is lastig tijdens de route. Volgens de app van campercontact zijn er geen overnachtingsplaatsen in het gebied, maar dat klopt niet: volgens Google Maps ligt Camping nr 232, Gosciniec Jurajski midden in het gebied. Maar ik ontdekte dat er bij vrijwel alle kastelen betaalde parkeerplaatsen zijn en op sommige mag je overnachten en op andere staat een duidelijk bord dat het niet mag. Ik overnachtte aan de voet van kasteel Ogrodzieniec en ik heb weleens op minder mooie plaatsen gestaan! Uiteindelijk kwam ik in Czestochowa aan. De camperplaats die op de app staat ligt midden in de stad, wat betekent dat je dwars door het centrum moet. Als dat eenmaal gelukt is, sta je naast het enorm grote Jasna Góra klooster, wat voor de Polen een bedevaartsoord is omdat daar de icoon van de Zwarte Madonna hangt.

Bij het kasteel van Ogrodzieniec stond ik op de betaalde parkeerplaats. Natuurlijk zonder voorzieningen, maar een beetje camper kan dat. In Czestochowa stond ik op camping Olenka, sitecode 44304. De locatie is hier leidend: de camping heeft prima voorzieningen, maar geen enkele sfeer.

Swidnica

Het ligt een stuk van Krakau af, maar ik wil absoluut Swidnica genoemd hebben. De stad zelf is niet bijster interessant, maar de Vredeskerk van Swidnica zou op ieders ‘must see’ lijstje moeten staan. Van buiten is er weinig bijzonders te zien aan deze vakwerkkerk, maar van binnen is het een van de mooiste en meest fascinerende kerken die ik ooit gezien heb.

Natuurlijk moest ik nog wel eerst uitzoeken wat een Vredeskerk is. Luther had de mensen in deze regionen overtuigd protestant te worden. Protestanten en katholieken leefden in vrede samen tot de dertigjarige oorlog uitbrak. Deze oorlog speelde in dezelfde tijd als onze tachtigjarige oorlog en ook hier ging het om de strijd tussen de katholieken en de protestanten. Na het tekenen van de Vrede van Westfalen kwam Ferdinand in deze regio aan de macht. Hij wilde dat iedereen weer katholiek werd, maar bij het sluiten van de vrede lieten de Zweden hem beloven dat hij drie kerken, Vredeskerken, zou bouwen voor de protestanten. Met flinke tegenzin ging Ferdinand akkoord, maar hij had nog wel wat pesterijtjes in zijn achterhoofd: iedere kerk moest precies honderd stappen lang zijn en vijftig stappen breed. Bij de bouw mochten ze alleen maar hout, zand, klei en stro gebruiken en er mocht geen toren op. En … de kerk moest binnen één jaar helemaal af zijn. Het lukte, want alle drie de kerken kwamen er. Naast de kerk van Swidnica is er nog een Vredeskerk over, in Jawor.

In de tijd dat de kerk van Swidnica gebouwd werd, halverwege de 17e eeuw, had het gebied nog flink wat protestanten en het lukte om de kerk geschikt te maken voor zevenduizend mensen: drieduizend zitplaatsen en vierduizend staanplaatsen. Natuurlijk past dat niet op een oppervlakte van 100 x 50 stappen, maar daarom zit de kerk barstensvol balkons, balkonnetjes en zij-balkonnetjes. Allemaal van hout en allemaal voorzien van prachtige schilderingen. Gelukkig heeft de Unesco zich over de kerk ontfermd en met hen een flink aantal internationale kerk- en cultuurfondsen, dus deze kerk en zijn prachtige kunstwerken blijven bewaard.

De camping nr. 231 in Swidnica heet Parking, maar is een echte camping met mooie plaatsen. De camping ligt op loopafstand van het centrum. Sitecode: 12129

Klaar voor jouw eigen camperavontuur in Polen?

Met de camper naar Polen is iets wat je eigenlijk gewoon een keer gedaan moet hebben. Ik had er nog veel langer kunnen blijven, maar ik ging verder op roadtrip door de Baltische Staten. Maar ik kom zeker terug naar Polen. Start dus gauw de motor en laat je verrassen door Polen!

Klaar voor een nieuw camperavontuur? Als campermakelaar helpen we je er graag bij. Je kan bij ons terecht om je camper te kopen of kijk eens naar de mogelijkheden om je camper in te ruilen!